Cadixwijk

Neos op verkenning in de nieuwe Cadixwijk

Waar schippers plaats maakten voor hipsters

Van alle Antwerpse stadsdelen die we met Neos al bezochten is er geen enkel dat de voorbije jaren zo’n metamorfose onderging als het Eilandje, zeker in de 38 hectare grote Cadixwijk, naast de Londenstraat in het zuiden afgebakend door het Kattendijkdok aan de westzijde, het Houtdok aan de noordzijde en het Kempisch dok aan de oostzijde. Sommigen onder ons leerden deze buurt al tegen wil en dank kennen, omdat ze in het nagelnieuwe Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS) moesten onderzocht of opgenomen worden. Anderen herkennen er nog nauwelijks de buurt in waar ze ooit woonden of naar school gingen, want nergens gebeurde de stadsontwikkeling zo snel. Dat bleek al meteen op het Schengenplein, de nieuwe groene long, waar twee stadsgidsen ons opwachtten voor een rondleiding.

In de 19de eeuw was deze plek een levendige havenbuurt, maar door de uitbreiding van de haven naar het noorden kwam ze vanaf de jaren zestig in verval. Het masterplan van de stad voor het Eilandje wekte de buurt opnieuw tot leven. De oudste dokken en hun omgeving werden in sneltreinvaart omgevormd tot woon-, werk- en recreatiegebied. Havendrukte maakte plaats voor pleziervaart, gezellige zomerbars zoals Bar Paniek en restaurants, zoals het Pomphuis, dat moest verhuizen en in een verbouwde loods aan het water verpopte tot het sjieke Cella. Het "kot" waar de dokwerkers dagelijks op hun werkbriefjes wachtten, is nu een school. De tientallen kroegen waar anderen werkloos hun dag passeerden zijn verdwenen, behalve Petra’s Café, bekend als geliefde pleisterplaats voor stakingspiketten die graag wat rubberen banden in brand staken.

In de Cadixwijk is het vandaag weer aangenaam wonen met nieuwe winkels, scholen, kinderopvang, kantoren, hippe horeca en een gevarieerd woningenaanbod, met ook rust- en verzorgingstehuizen en studentenflats. Een cluster woonboten in het Houtdok maakt het plaatje compleet met een maritieme toets. De tram tot aan het Havenhuis en de Velostations brengen bewoners vlot naar het stadscentrum. Behalve de bekende attractiepolen van het Eilandje zoals het Mas en het Red Star Line-museum kwam er een echte Antwerpse brouwerij, met lokale delicatessen als het Seef- Radio Miverva- of Bootje-bier, gevestigd in de gebouwen van het voormalige Noorderpershuis, een hydraulische krachtcentrale die sinds 1878 via stoomturbines kranen, sluizen en bruggen van energie voorzag. De hardnekkige regenbuien die ons achtervolgden nodigden niet meteen uit tot een terrasje op de gezellige binnenkoer, maar om onze dorst te lessen werden we in de richting van de Mexicobrug gedirigeerd.

Voor ons doemde een bijna 100 meter lange betonnen boot op, het Kerkschip, een stuk Antwerps erfgoed met een bijzondere geschiedenis. Het schip werd destijds namelijk door Hitler besteld als bunker om in volle oceaan zijn onderzeeërs te bevoorraden met brandstof en levensmiddelen. Toen het in september 1944 nog in de haven van Antwerpen lag voor verdere afwerking werd het door de bevrijders aangeslagen als oorlogsbuit. Later besloot het aartsbisdom Mechelen het over te nemen om er een kerkelijk en sociaal centrum voor schippers van te maken. En vandaag is het een merkwaardig ingerichte café-restaurant-kapel met een mix van maritieme, religieuze en commerciële decoratie, een unieke plek waar zowel aan geestelijke als lichamelijke noden kan voldaan worden, en dat lieten we ons geen twee keer zeggen.

Herman Van Waes