“’t Kiel dadis een kleurdoos”

Neos tussen de Beren en de Ratten

Een de van de wijken die we met Neos nog niet verkend hadden was het Kiel, op het eerste gezicht een wat rommelige verzameling woonblokken waar je de Boomse Steenweg oprijdt, maar wél een gebied met zo’n 20.000 inwoners en een rijkere geschiedenis dan je denkt, zoals door onze gids uit de doeken werd gedaan, wegens grote belangstelling tot twee keer toe, op 14 en 22 augustus.

De bekendste ‘blokken van het Kiel’ zijn allicht de unieke sociale woningprojecten van architect Renaat Braem, ook wel ‘de potenblokken’ genaamd wegens gebouwd op pijlers (1953) en geïnspireerd door Braems’ leermeester Le Corbusier. Destijds waren ze al zeer gegeerd en om een of andere reden kregen ambtenaren -of wie zijn weg wist in ’t stad- voorrang op minderbedeelden, voor wie zo’n sociale woningen toch bedoeld waren. Ook vandaag  zijn er wachtlijsten om in de gerenoveerde flats te mogen wonen, zij het voor een meer divers publiek. Bij de inwonersnamen naast de belletjes op het vintage houten paneel in de inkomhal zijn de Janssens en de Peeters ver te zoeken. 

Hetzelfde geldt voor een ander monument van deze wijk, de Abdijstraat, ooit bekend als ‘de Meir van het Kiel’, vandaag geëvolueerd tot ‘de soek van het Kiel’, waar ze met bussen uit Nederland komen winkelen. “’t Kiel dadis een kleurdoos,” zong Axl Peleman, en die diversiteit is hier meer dan duidelijk, tot spijt van vele Vlaamse dames die hier vroeger een kleedje in een sjieke boetiek kwamen kiezen. Ooit telde het Kiel ook diverse dancings en bioscopen. De danszaal waar sociaal onderneemster Sihame El Kaouakibi  het project Let’s Go Urban op poten zette om lokale jongeren ontwikkelingskansen te geven is om bekende redenen inmiddels voor andere bezigheden beschikbaar.

Buiten Antwerpen kennen velen het Kiel alleen vanwege zijn voetbalploeg Beerschot, zopas opnieuw gepromoveerd naar eerste klasse. De supporters noemen zich trots de Ratten, blijkbaar omdat de club ooit gestart is met overlopers van de eeuwige concurrent Antwerp, verraders, dus eigenlijk ratten. Die beer met drie eikels in het paars-witte wapenschild van de club had trouwens een varken moeten zijn, wegens afkomstig van “Bernescot”:  dat betekende beschutting van de varkens tegen het gevaar van vijandige beren (mannelijke zwijnen), want echte beren liepen hier toen niet rond.

Terwijl op dat moment de Olympische Spelen in Parijs hun beslag krijgen, kunnen we ons niet voorstellen dat hier ooit, in 1920, ook zo’n Spelen werden georganiseerd. Een onmogelijke opdracht die pas 2 jaar vooraf, bij het eind van Wereldoorlog I, werd toegewezen, zij het nog op een veel kleinere schaal dan vandaag. Er waren dus wel wat zaken die misliepen, bijvoorbeeld dat de marathon met 42,7 km behoorlijk langer uitliep dan de officieel voorziene afstand. België won 36 medailles, waarvan 6 in het boogschieten, en voetbalgoud tegen de Hollanders, die te lang in de rosse buurt waren blijven plakken, dat kon toen nog. Veel straatnamen rond het huidige Beerschotstadion verwijzen nog naar sporten. Daarnaast heeft het Kiel ook een zogenaamde Tentoonstellingswijk, met straten die herinneren aan de wereldtentoonstelling die hier in 1930 werd gehouden. Heel veel vergane glorie dus, zoals den Tir, vandaag een modern winkelcentrum, ooit een 19de-eeuwse schietstand van de burgerwacht.

We sloten onze wandeling aangenaam af in de tuin van het Buurtcentrum Nova met croque monsieurs, pannenkoekjes en een Nello- of een Patraschbiertje van een lokale Hobokense brouwerij.

Herman Van Waes