Uitstap naar Aarsele en Lochristi 20/3/25

Een boeiende dag naar de fascinerende wereld van de struisvogels in Aarsele en een bezoek aan de azaleakwekerij in Lochristi.

20 maart 2025 was een zonnige dag, ideaal voor onze daguitstap. Met 31 leden reden we met de bus naar de enige in België overgebleven struisvogelboerderij, “Schobbejaks Hoogte”. Dit familiebedrijf begon als een traditionele boerderij, maar de gastheer, een echte “vogelaar”, startte 35 jaar geleden met twee struisvogels en heeft momenteel ongeveer 1000 dieren op het erf. Als een verticaal geïntegreerd bedrijf zorgen ze ervoor dat alles in eigen beheer verloopt, van ei tot kuiken en van volwassen haan of hen tot slachting, verkoop en transport over de hele wereld. Ze zijn trotse aanhangers van de “korte keten”.

De zeer gepassioneerde gastvrouw vertelde ons alles over het ei, dat ongeveer 1,5 kg weegt (gelijk aan ongeveer 25 kippeneieren), tot het uitbroeden ervan. We zagen een jong geboren worden en hoorden hoe het geslacht wordt bepaald en hoe de herkenning van volwassen dieren via de kleur verloopt. Alles, behalve de ingewanden, krijgt een bestemming. Het vlees, donkerrood en vetvrij, is zeer gewild. De pluimen worden verwerkt tot plumeau-stofwissers of boa’s, en de huid wordt gelooid voor handtassen. De beenderen en het vet worden verwerkt in cosmeticaproducten. De eierschalen worden sierobjecten, en van de inhoud kan een omelet of cake worden gemaakt. Alles wordt gerealiseerd binnen de familie, met een beperkt aantal losse medewerkers. Een proevertje van zelfgemaakte advocaat en een hapje paté vielen zeer in de smaak.

Daarna reden we naar het middagmaal in feestzaal Breughel in Beervelde, waar we snel een lekker bord soep en een dito vol-au-vent met frietjes geserveerd kregen.

In de namiddag bezochten we een azaleakwekerij, “Dewaele-Reynaert”, een tweede generatie kwekerij. Het verhaal van de azalea begint bij de stekjes: takjes van een volwassen azalea die nog geen wortels hebben. Ze worden geplant in een mengeling van turf en kokoshaar. Eens goed geworteld, worden ze in potten van diverse maten (10 tot 15 cm) geplaatst, gesorteerd op kleur. Dit is zeer arbeidsintensief, maar deels ook geautomatiseerd. De groeiende plant wordt van bovenaf bewaterd, tot drie keer getopt en vervolgens verplaatst naar verschillende serres per partij. Daar worden de planten steeds verder uit elkaar gezet, afhankelijk van de groeifase, totdat ze na ongeveer twee jaar een mooie vorm hebben gekregen. Nadien kunnen ze verder struiken in open veld.

In de laatste fase kan de groei nog worden afgeremd door te koelen (ongeveer 7°C) of worden versneld in een “forcerie”. In het najaar en doorheen de winter kun je tot mei genieten van deze kleurrijke, maar niet winterharde, “Gentse azalea”. Dit was het eerste niet-eetbare product dat het label “Beschermde Geografische Aanduiding” kreeg. Het huis Dewaele heeft ook een eigen soort ontwikkeld, genaamd “Hanne de Lo”. We sloten de dag af met een bakje koffie en een bloemengebakje, typisch voor de streek.

Dank aan Philippe voor het verslag.

Het fotoalbum vind je hier.

Toevallig was ook HLN aanwezig. zie artikel