Wandeling Landen

Landen is een stad in de Belgische provincie Vlaams-Brabant. Ze telt ongeveer 16.000 inwoners. De stad ligt in het uiterste zuidoosten van de provincie, tegen de grens met Limburg, Waals-Brabant en Luik.
Sport- en bewegingsactiviteiten

Praktische gegevens

Landen
16-04-26
Ontvangst 14:00
Einduur 18:00
Voor Neos leden van de eigen afdeling
Aantal plaatsen resterend: 0
Op voorhand inschrijven verplicht

Archeologische site Sinte Gitter

Plaatselijke benaming voor Sint-Gertrudisdal. Domein van de Frankische hofmeier Pepijn van Landen. Pepijn was een telg uit een zeer aristocratisch en invloedrijke familie in Austrasië, het oostelijk deel van het Frankisch Rijk

Dit archeologisch park omvat o.m. de koorruïne van de eerste Sint-Gertrudiskerk (8ste eeuw) en twee feodale motheuvels (de 'Heynsberg' en de 'Tombe van Pepijn'). De aanwezigheid van de oeroude parochiekerk en de latere motten bevestigen het bestaan van een vroegmiddeleeuws domein. De beide mottes zijn na terreinonderzoek geïnterpreteerd als feodale mottekastelen met een –door grachten omringd - opper- en neerhof

Op deze site, waar ooit Pepijn van Landen (van 580-640) en zijn dochter Gertrudis hebben geleefd, is via een paneel duidelijk waarneembaar hoe het oorspronkelijke kerkje werd verbouwd en verder uitgebreid. Er zijn tevens enkele middeleeuwse graven en archeologisch materiaal tentoongesteld.

 

https://www.landen.be/imageresizer/5D1B0C80A64935E6064767F345E68F88/3125.JPG?width=544&mode=crop&scale=both

Geertenminne

Het drinken van de Geertenminne is een middeleeuws gebruik, een heildronk op Sint-Gertrudis, patrones van de reizigers: “drinc ter minne van Sint Gertruid ende vaert wel’.

De Geertenminne is een Landens aperitief en erkend streekproduct.

 

Graanwatermolen Rufferdinge

De graanwatermolen Rufferdinge is een watermolen van het bovenslagtype wat in Vlaams-Brabant eerder zeldzaam is. Het stuw- of spaarbekken wordt nu, in tegenstelling met vroeger, kunstmatig met water bevoorraad. Het water wordt nu vanuit de 3 meter lager liggende Molenbeek opgepompt naar het spaarbekken. Het ijzeren molenrad heeft een diameter van 4m en is 1,62m breed. Het waterrad telt 42 plaatijzeren schoepen bakjes. Op de metalen wateras staat een conisch kamwiel met 114 kammen dat het hele mechanisme op gang brengt.

Het interieur van de molen bestaat uit een gelijkvloers en twee verdiepingen. Van onder naar boven zijn dit de maalvloer, de steenzolder en de luizolder. Naast de steenzolder (nu tentoonstellingsruimte), bevindt zich een hijsinstallatie met gaffelwiel voor het ophalen der zakken vanaf de straatkant door de kleine laaddeur met typisch luikapje. De volle zakken werden dan naar de steenzolder gereden en vervolgens opgetrokken naar de luizolder waar het graan gekuist werd. Dan komt het terug naar de steenzolder waar het graan gemalen wordt. De twee voorste maalstoelen voor gewoon koren, wat door pijpen naar de maalvloer wordt gebracht. De achterste maalstoel staat naast de builder die het tarwegemaal via een elevator ontvangt en 5 soorten meel produceert.

Naast de builder staat een cilindermolen voorzien van een grote houten trechter. Deze haverpletmolen werd gebouwd in 1883 en is van een zeldzaam type. Naast de muur op de wateras bevindt zich een houten wiel dat in rotatie werd gebracht en een reeks batterijen via een generator kon laden. Zo werd er voor verlichting gezorgd voor de molen en villa. Rond 1900 kon de molen ook draaien door een elektrische motor.

Neos Zoutleeuw - Nadine